Wanneer een bestuursorgaan een regels maakt of voorschriften opstelt, wordt elke burger geacht zich daaraan te houden. Wanneer dat niet gebeurt heeft het bestuursorgaan een aantal mogelijkheden. Een van die mogelijkheden is het opleggen van een bestuurlijke boete.
In dit artikel zal worden uitgelegd wat een bestuurlijke boete precies is, wanneer de bestuurlijke boete kan worden opgelegd, welke verdere eisen er nog zijn en hoe het zit met strafrechtelijke waarborgen die bij de bestuurlijke boete ogenschijnlijk niet gelden (aangezien die niet onder het strafrecht, maar onder het bestuursrecht valt).
Bestuurlijke boete
In tegenstelling tot de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom, is de bestuurlijke boete géén herstelsanctie. De bestuurlijke boete is een punitieve sanctie, een maatregel die niet is gebaseerd op herstel van een onrechtmatige situatie, maar op het straffen van de overtreder (en het afschrikken van toekomstige overtreders).
De bestuurlijke boete is enkel geschikt voor kleine overtredingen, al kunnen wel forse boetes worden opgelegd. Vrijheidsstraffen (gevangenisstraffen) zijn niet mogelijk. Daarnaast kan de bestuurlijke boete enkel worden opgelegd als daar een wettelijke grondslag voor is. Daarnaast moet bij een hoge boete (meer dan 340 euro) eerst de overtreder worden gehoord en moet er een rapport worden gemaakt.
Eisen beschikking oplegging bestuurlijke boete
Wanneer een bestuursorgaan beslist dat er een bestuurlijke boete moet worden opgelegd, gebeurt dat door het nemen van een besluit, meer specifiek: een beschikking. Daarin moeten een aantal zaken verplicht worden opgenomen.
Dat betreft de overtreding zelf, de overtreder, het overtreden voorschrift, eventueel een aanduiding van plaats en tijdstip van constatering, het bedrag van de boete, de termijn waarbinnen de boete betaald moet worden en wie degene is die de bestuurlijke boete moet betalen.
Voorbeeld oplegging bestuurlijke boete
Wanneer een bestuursorgaan een bestuurlijke boete oplegt, kan dat er als volgt uitzien:
“U, dhr. M.P.G. Janssen, heeft op 12 mei 2012 een grote eikenboom gekapt die in uw eigen voortuin stond. Voor het kappen van dergelijke bomen is een kapvergunning nodig volgens artikel 13 van de APV. Heeft u die niet, dan kan een bestuurlijke boete worden opgelegd volgens artikel 13a APV. U heeft gekapt zonder kapvergunning, hetwelk voor de gemeente aanleiding is om u, dhr. M.P.G. Janssen, een bestuurlijke boete van 150 euro op te leggen. Deze bestuurlijke boete moet binnen 4 weken worden betaald op rekeningnummer 1223.13.133.”
Bestuurlijke boete en strafrechtelijke waarborgen
Aangezien een bestuurlijke boete een bestuursrechtelijke maatregel is, zou gedacht kunnen worden dat de strafrechtelijke waarborgen (voor bijvoorbeeld een eerlijk proces) niet gelden in dit traject. Dit is (uiteraard) niet het geval: het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (en de Algemene Wet Bestuursrecht) zorgen voor een aantal waarborgen.
Zo heeft iemand die wordt verhoord om te zien of hem een bestuurlijke boete moet worden opgelegd, het recht om te zwijgen. Hij moet tevens worden gewezen op dit recht, net als in het strafrecht. Ook de onschuldpresumptie is van toepassing: iemand is onschuldig, totdat zijn schuld in rechte is vast komen te staan. Ook mag er slechts een bestuurlijke boete worden opgelegd wanneer de overtreder ook te verwijten valt dat hij de overtreding heeft begaan.
Zoals reeds al eerder is gezegd, moet een bestuurlijke boete daarnaast een wettelijke grondslag hebben. De mogelijkheid dat een bestuurlijke boete opgelegd kan worden moet kenbaar zijn, voldoende duidelijk zijn én moet voorzienbaar zijn (simpelweg: de burger moet zien dat als de regel wordt overtreden, dat een bestuurlijke boete oplevert). De bestuurlijke boete moet tevens evenredig aan de overtreding zijn: geen enorme boetes voor kleine overtredingen dus.
De overtreder mag ook bij de bestuurlijke boete niet twee keer voor hetzelfde feit worden beboet en wanneer de bestuursrechtelijke weg is ingeslagen kan op een bepaald punt niet meer worden overgestapt naar de strafrechtelijke weg. Die keuze moet vooraf (of in elk geval, in het beginstadium) worden gemaakt.
Bestuurlijke boete – Conclusie
Een bestuurlijke boete is een sanctie die ertoe dient om een overtreder te straffen. Er zitten wel een aantal voorwaarden aan hoe dit moet worden gedaan. Daarnaast moeten de waarborgen die in het strafrecht gelden ook bij een bestuurlijke boete in acht worden genomen door het bestuursorgaan.
Bent u het niet eens met een bestuurlijke boete die is opgelegd, dan is het verstandig om contact op te nemen met een jurist. Doe dit zo snel als mogelijk: te lang wachten kan ervoor zorgen dat bepaalde termijnen verstrijken en er niets meer tegen de bestuurlijke boete te doen is.