Zowel de particulier als de ondernemer komt er zeer regelmatig mee in aanraking: het contract. In dit artikel wordt het contract besproken en wordt ook gekeken wanneer een contract geldig en wanneer ongeldig is.
Contract
Het woord ‘contract’ wordt in het juridisch taalgebruik niet of nauwelijks gebruikt. Een contract wordt in de wet ‘overeenkomst’ genoemd, omdat de essentie het overeenkomen van iets is.
Hoewel er vaak bij een contract wordt gedacht aan enorme stapels papier, is dat dus niet correct. Er is meestal al sprake van een contract als dat achterop een bierviltje wordt overeengekomen. Ook kan een contract mondeling overeen worden gekomen.
Ondanks het bovenstaande zijn er wel enkele regels voor het rechtsgeldige contract. Deze zullen hierna worden besproken.
Aanbod en aanvaarding = rechtsgeldig contract
Zo geeft de wet simpelweg aan dat er voor een rechtsgeldig contract een aanbod moet worden gedaan door de ene partij, terwijl de andere partij dat aanbod aanvaardt.
Een aanbod om een contract te sluiten kan in de meeste gevallen op elke manier gebeuren. Zo is het een aanbod als het rechtuit gezegd wordt: “Ik bied 10 euro voor deze kist appels, ga je akkoord?”. Toch kan een aanbod ook zonder iets te zeggen tot stand komen: het neerzetten van de prijs voor een rol Fruitella bij een snoepautomaat is ook een aanbod om tot een contract te komen.
Wanneer het aanbod is gedaan, moet de andere partij het aanbod aanvaarden om tot een rechtsgeldig contract te komen. Deze aanvaarding kan plaatsvinden door bevestigend te antwoorden op het aanbod, door een schriftelijk contract te ondertekenen of stilzwijgend, door een euro in de snoepautomaat te gooien en een rol Fruitella eruit te halen.
Wil en wilsverklaring bij het contract
Niet altijd leidt een aanbod en de aanvaarding daarvan tot een contract. Zo zal de grappende collega die voorstelt zijn BMW sportwagen te ruilen tegen jouw Toyota Starlet niet aan dat aanbod gehouden kunnen worden als jij het aanbod zou aanvaarden.
Het gaat er bij een rechtsgeldig gesloten contract namelijk om dat wil en wilsverklaring in overeenstemming zijn, zowel bij het aanbod als bij de aanvaarding.
De wil is wat iemand daadwerkelijk wil, de wilsverklaring is hoe hij die wil uit naar de buitenwereld. De wil en wilsverklaring van hierboven zijn niet in overeenstemming: de collega wil namelijk niet écht zijn BMW sportwagen ruilen tegen de Toyota Starlet. Daarom kan er bij aanvaarding van het aanbod geen contract ontstaan, het aanbod is namelijk niet rechtsgeldig.
Dat werkt ook de andere kant op: Wanneer jijzelf hebt voorgesteld om je Toyota Starlet te ruilen tegen de sportwagen van de collega en de collega gaat lachend akkoord, is het contract ook niet rechtsgeldig. Het aanbod is dan wellicht wel rechtsgeldig, maar de aanvaarding niet. De collega heeft namelijk een andere wil (niet ruilen) dan wat zijn wilsverklaring uitdraagt. Wil en wilsverklaring stemmen dan niet overeen en dus is er geen rechtsgeldig gesloten contract of overeenkomst. Dit kan bijvoorbeeld ook gelden bij typfouten of versprekingen.
Gerechtvaardigd vertrouwen, toch een rechtsgeldig contract?
Hierboven is het duidelijk dat er geen rechtsgeldig contract kan ontstaan: het is niet realistisch dat iemand zijn BMW sportauto wil ruilen tegen een auto die veel minder waard is. Wat als het niet zo duidelijk is? Kan de wederpartij dan nog steeds een beroep doen op het feit dat wil en wilsverklaring niet overeenstemmen en dat daarom geen rechtsgeldig contract tot stand is gekomen?
Nee: wanneer iemand gerechtvaardigd mocht vertrouwen dat de wilsverklaring ook daadwerkelijk de wil van diegene is (zowel aan de kant van het aanbod als aan de kant van de aanvaarding), is een beroep op het ontbreken van wilsovereenstemming niet meer zinvol. Het contract komt dan toch tot stand én zal moeten worden nageleefd.
Bij typfouten of versprekingen geldt hetzelfde: is de fout te groot om gerechtvaardigd te vertrouwen (200 euro vraagt de autodealer voor een nieuwe BMW in plaats van 20.000 euro), dan kan er niet gerechtvaardigd vertrouwd worden. Is de fout klein genoeg (19.000 euro in plaats van 20.000 euro), dan kan dat wel en kan een rechtsgeldig contract ontstaan.
Contract – Conclusie
Een contract is niet aan een bepaalde vorm gebonden en kan dus ook bijvoorbeeld mondeling of zonder woorden tot stand komen. Wel is belangrijk dat er een aanbod wordt gedaan en dat dat aanbod wordt aanvaard. Daarnaast moet bij zowel het aanbod als bij de aanvaarding wilsovereenstemming zijn: wil en wilsverklaring moeten overeen stemmen voor een rechtsgeldig gesloten contract. Mocht er echter gerechtvaardigd worden vertrouwd dat wil en wilsverklaring overeen stemmen, dan ontstaat er een contract, ongeacht of dat ook wel daadwerkelijk zo was.
Heeft u een contract gesloten, maar wil de wederpartij niet meewerken? Overweeg dan om een jurist in te schakelen. Dit geldt ook wanneer u van mening bent dat er geen contract tot stand is gekomen, maar de wederpartij u probeert te dwingen tot het nakomen van dat zogenaamde contract. Schakel de juridische hulp zo snel mogelijk in, want hoe eerder u dat doet, hoe groter uw kansen op een gunstige afloop.