De wet regelt veel van onze rechten en plichten. We kunnen er tevens op terugvallen indien iemand inbreuk maakt op onze rechten of indien iemand zijn plichten (in welk geval dan ook) niet nakomt. Op hun beurt, kunnen anderen ons ook aanspreken op die zaken.
Toch zijn er uitzonderingen te bedenken daarvoor. Zo mag er geen misbruik van recht worden gemaakt.
In dit artikel bekijken we wat misbruik van recht is, wanneer er sprake van is en wat de gevolgen zijn van misbruik van recht.
Misbruik van recht / misbruik van bevoegdheid
Misbruik van recht is een term die inhoudt dat het recht gebruikt wordt op een manier waarop dat niet de bedoeling is. In het Nederlandse recht is misbruik van recht opgenomen als ‘misbruik van bevoegdheid’, hetwelk op hetzelfde neerkomt. Is er sprake van misbruik van bevoegdheid, dan kan degene die de bevoegdheid toekomt, die niet uitoefenen voor zover ze misbruikt wordt.
Misbruik van recht ligt vaak dicht aan tegen allerhande andere juridische leerstukken, waaronder bijvoorbeeld de leerstukken van rechtsverwerking, onrechtmatige daad, onvoorziene omstandigheden en de redelijkheid en billijkheid.
Het is over het algemeen niet gemakkelijk om misbruik van recht juridisch gezien hard te maken. Dat is ook niet zo gek: de verweerder heeft immers de wet ‘aan zijn kant’. Het is daarom aan te raden om bij een conflict rondom misbruik van recht een jurist in te schakelen.
Wanneer is er sprake van misbruik van recht?
Hoewel een succes beroep op misbruik van recht zwaar afhangt van de omstandigheden van het geval, heeft de wet wel een handreiking gedaan.
Zo kunnen onder meer de volgende zaken misbruik van bevoegdheid of recht opleveren:
- Uitoefening van de bevoegdheid met geen ander doel dan het schaden van de ander;
- Uitoefening van de bevoegdheid met een ander doel waarvoor zij is verleend;
- Uitoefening van de bevoegdheid, terwijl in redelijkheid niet tot uitoefening had kunnen komen, wanneer de onevenredigheid van het gediende belang en het geschade belang in aanmerking worden genomen. Kortom: de uitoefening is totaal disproportioneel.
Misbruik van recht kan overigens niet worden bepleit, indien uit de aard van de bevoegdheid al blijkt dat misbruik ervan onmogelijk is.
Soorten misbruik van recht
Het is op veel rechtsgebieden goed te bedenken dat er sprake is van misbruik van recht (misbruik van bevoegdheid). Denk daarbij aan onder meer:
- Misbruik van ontslagrecht, waarbij werkgever A afspreekt met werkgever B om een van zijn werknemers over te halen bij hem in dienst te treden. Afgesproken wordt dat B die werknemer dan in de proeftijd ontslaat, waardoor A een fikse ontbindingsvergoeding uitspaart.
- Misbruik van recht in het civielrecht, bijvoorbeeld door het eigendomsrecht te misbruiken (zie in het voorbeeld hierna);
- Misbruik van procesrecht, door het herhaaldelijk aanspannen van procedures, zonder dat daar enig belang bij is. Meestal is het doel om een financieel zwakkere wederpartij ‘kapot te procederen’. Ook misbruik van procesrecht is het aanwenden van rechtsmiddelen om het proces te verlengen (bijvoorbeeld onnodig wraken van een rechter).
- Misbruik van faillissementsrecht, door via een faillissement medewerkers te lozen, of de faillissementsaanvraag enkel en alleen te doen als pressiemiddel (misbruik van recht wordt in die vorm zeker niet snel aangenomen).
Voorbeeld misbruik van recht
Een typisch voorbeeld van misbruik van recht, is te zien in twee samenhangende arresten van de Hoge Raad die gingen over een burenruzie die was geƫscaleerd. Het klinkt bijna als een sprookje:
Er waren eens twee buurmannen die beiden een groot grondstuk hadden. Beiden waren universitair opgeleid: een ingenieur en een meester in de rechten.
Naar hun grondstukken liep een toegangsweg, waarover strubbelingen ontstonden. Geƫrgerd als hij was, maar met zijn bouwkundige kennis, besloot de ingenieur om de meester in de rechten een hak te zetten.
Hij zette een aantal hoge palen op de grond van zijn eigen erf neer. Tussen die palen spande hij een grote lap stof, die een stuk van het uitzicht van de meester in de rechten wegnam.
Die laatste was daar niet blij mee, want dit was een duidelijk geval van misbruik van recht. De bevoegdheid om met zijn eigen terrein te doen wat hij wilde die de ingenieur had, misbruikte hij. De palen hadden geen ander doel dan hinder veroorzaken. Na een kort geding dat de meester in de rechten had aangespannen, moest de ingenieur de constructie weghalen.
Na het weghalen van de palen, besloot de ingenieur dan maar een flinke Amerikaanse watertoren met grote schoepen neer te zetten. Geen misbruik van recht, want hij pompte er water mee op, zei hij. ‘Spijtig’ dat het ding het uitzicht van de meester in de rechten verknoeide.
De meester in de rechten klom weer in de pen, omdat de watertoren niet was aangesloten op enige watervoorziening of put: misbruik van recht wederom. Hij won, waarna de ingenieur de watertoren niet afbrak, maar aansloot op de waterleiding. Een volgende procedure bij de rechtbank won de ingenieur.
De meester in de rechten ging in hoger beroep en stelde wederom dat er sprake was van misbruik van recht. Het Gerechtshof was het met hem eens: verwijderen van het bouwwerk dus. De zaak kwam bij de Hoge Raad en die bepaalde dat de toren mocht blijven.
De zaak werd weer terugverwezen naar het Gerechtshof, dat uiteindelijk wederom besloot dat er sprake was van misbruik van recht, omdat het zeer waarschijnlijk was dat de toren was gebouwd om het uitzicht van de meester in de rechten te verknoeien.
Met dat laatste oordeel was de Hoge Raad het ook eens: het bouwen van de watertoren was misbruik van recht en was niet acceptabel. De toren moest worden afgebroken.
Conclusie – Misbruik van recht
Het leerstuk van misbruik van recht, ook wel misbruik van bevoegdheid genoemd, houdt in, dat iemand zijn recht niet kan uitoefenen als hij daar feitelijk gezien misbruik van maakt.
Die situatie is op veel manieren denkbaar, maar het is in de praktijk toch lastig om misbruik van recht bij een rechter erdoor te krijgen. Om die reden is het verstandig om bij conflicten altijd het advies van een jurist in te winnen en vooraf goed te bekijken of misbruik van recht wel de beste keuze is, of dat een andere grond moet worden gekozen.