ouderlijk gezag

Ouderlijk gezag

Kennis Artikelen Personen- en familierecht

Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd en is wellicht niet meer (volledig) actueel.

Minderjarige kinderen staan onder ouderlijk gezag zegt de wet. Ze hebben dus iemand, meestal een ouder, die bepaalde beslissingen voor ze kan maken. In dit artikel zal worden besproken wat dat ouderlijk gezag precies inhoudt, wie het ouderlijk gezag kunnen hebben, hoe dat zit na een echtscheiding en hoe ontheffing van het ouderlijk gezag kan plaatsvinden.

Ouderlijk gezag

De wet zegt dat iedereen die minderjarig is, onder ouderlijk gezag (of voogdij) staat. Minderjarig is iedereen die jonger is dan achttien jaar én die niet gehuwd of geregistreerd zijn (of zijn geweest) en die tevens niet meerderjarig is verklaard door de rechter omdat ze een kind heeft gekregen.

Het ouderlijk gezag omvat de plicht én het recht van een ouder om zijn minderjarig kind op te voeden en te verzorgen. Dat betreft het lichamelijk welzijn, de veiligheid en de ontwikkeling van het minderjarige kind. Ook de minderjarige zelf dient rekening te houden met het feit dat zijn ouder(s) het ouderlijk gezag uitoefenen en hij behoort ook de belangen van de overige leden van het gezin in acht te nemen.

Degene die het ouderlijk gezag uitoefent of degenen die samen het ouderlijk gezag uitoefenen voeren het bewind over het vermogen van het kind. Zij moeten een goed bewind voeren: doen ze dat niet, dan zijn ze aansprakelijk voor de schade die daaruit voortvloeit.

Gezamenlijk gezag

Gedurende het huwelijk van beide ouders oefenen de ouders samen het gezag uit. Dit geldt ook voor het geval waarin de ouders het geregistreerd partnerschap zijn aangegaan.

Ontstaan er geschillen tussen de ouders die het gezamenlijk gezag hebben, dan kunnen die geschillen aan de rechtbank worden voorgelegd. De rechtbank kijkt naar het belang van het kind en neemt op basis daarvan een beslissing.

Ouderlijk gezag na scheiding

Wanneer de ouders die samen het ouderlijk gezag uitoefenden besluiten om een echtscheiding aan te vragen, blijven de ouders in principe gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen.

Uitzonderingen hierop zijn mogelijk: de rechter kan bepalen dat één van beide ouders het gehele gezag krijgt. Bij het nemen van deze beslissing staat het belang van het kind echter voorop. Dit is het geval waarbij er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders (en in die situatie waarschijnlijk niet op korte termijn voldoende verbetering zal komen), of wanneer de wijziging van het gezag op een andere manier noodzakelijk is om de belangen van het kind te dienen.

Overigens omvat het ouderlijk gezag na scheiding de verplichting van de ouder die dit gezag heeft om de banden van het kind met de andere ouder te bevorderen. Het kind houdt recht op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders.

Ouderlijk gezag als ouders niet gehuwd zijn

Wanneer de ouders niet gehuwd zijn en geen geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, ligt het ouderlijk gezag in principe in eerste instantie bij de moeder waarvan het moederschap vaststaat.

De vader van het kind kan de rechtbank verzoeken hem samen  met de moeder het gezamenlijk gezag toe te kennen of hem alleen het ouderlijk gezag toe te kennen. Ook hier wordt bij de toekenning of afwijzing rekening gehouden met de belangen van het kind.

Ouderlijk gezag van slechts één van de ouders

Het is mogelijk dat slechts één van de ouders het ouderlijk gezag heeft. Dit kan zo zijn in een situatie waarbij de ouders niet gehuwd zijn, zoals hierboven is beschreven.

Daarnaast is het mogelijk om het gezamenlijk gezag van twee niet gehuwde ouders te beëindigen en het gezag aan één van hen te laten toekomen. Dit kan echter enkel met tussenkomst van de rechtbank.

Ouderlijk gezag van één van de ouders en een ander

Het ouderlijk gezag kan ook aan een ander dan een ouder worden toegekend. Dit is automatisch het geval wanneer het kind is geboren in een huwelijk tussen een ouder en een niet-ouder, terwijl het kind niet in familierechtelijke betrekking staat tot de andere biologische ouder.

Daarnaast is het mogelijk om het ouderlijk gezag te laten toekomen aan een ander dan een ouder, wanneer die ander in nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat. Hier zijn echter een flink aantal voorwaarden aan verbonden en dit verzoek moet worden beoordeeld door de rechtbank.

Ontheffing en ontzetting ouderlijk gezag

Iemand kan ook het ouderlijk gezag kwijtraken, dat kan via ontheffing en ontzetting. Beiden leiden beiden tot geheel verlies van het ouderlijk gezag. Wat is dan precies het verschil? Bij ontheffing is er sprake van ongeschiktheid of onmacht, terwijl bij ontzetting sprake is van moedwillig plichtsverzuim.

Ontheffing van het ouderlijk gezag kan worden verzocht bij de rechter door het openbaar ministerie, de raad voor de kinderbescherming of een pleegouder. De rechter kan een verzoek tot ontheffing van het ouderlijk gezag enkel toewijzen wanneer er daadwerkelijk sprake is van ongeschiktheid of onmacht. Ontheffing is niet mogelijk als de betreffende ouder bezwaar heeft, al zijn er in de wet een aantal uitzonderingen daarop opgenomen.

Ontzetting van het ouderlijk gezag kan ook worden verzocht bij de rechter door het openbaar ministerie, door de raad voor de kinderbescherming en soms door een pleegouder. Totdat de rechtbank over dit verzoek heeft beslist, kan de rechtbank de ouder in de uitoefening van het ouderlijk gezag schorsen. Ontzetting kan daarna plaatsvinden indien er sprake is van misbruik van gezag, grove verwaarlozing, slecht levensgedrag, een veroordeling voor bepaalde misdrijven, een veroordeling tot een gevangenisstraf van twee jaar of langer, het niet opvolgen van aanwijzingen van bureau jeugdzorg of het bestaan van een gegronde vrees voor verwaarlozing bij het terugkeren van het kind in het gezin.

Ouderlijk gezag – Conclusie

Het ouderlijk gezag is het gezag dat meestal beide ouders gezamenlijk hebben: gezamenlijk gezag. Het houdt in dat ze de plicht en het recht hebben om hun kind op te voeden en te verzorgen. Bij echtscheiding blijft het gezamenlijk gezag meestal in stand. Er zijn echter ook situaties waarbij één van beide ouders alleen het ouderlijk gezag uitoefent, of waarbij dit samen met een niet-ouder gebeurt. Indien er sprake is van situaties die tegen de belangen van het kind in gaan, is ontheffing en ontzetting van het ouderlijk gezag mogelijk.

Wanneer er sprake is van problemen die ontstaan rondom het ouderlijk gezag, of dat nu door echtscheiding komt of niet, kan het verstandig zijn om contact op te nemen met een juridisch specialist. Doe dit dan zo snel mogelijk: hoe eerder hij de zaak onder ogen krijgt, hoe beter hij op de feiten kan inspelen en hoe groter de kans op een gunstige afloop.

N.b. Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd. De informatie kan verouderd zijn.

DISCLAIMER: De informatie op deze website is enkel bestemd voor algemene informatiedoeleinden en dient niet gezien te worden als juridisch advies voor een specifieke situatie. Hoewel de verstrekte informatie met de grootst mogelijke zorgvuldigheid door ons is samengesteld kan het zo zijn dat de informatie niet compleet, niet actueel, niet juist en/of niet accuraat is op het moment van raadpleging. Het is dan ook, o.a. vanwege de gecompliceerde en veranderlijke aard van wet- en regelgeving, niet zeker dat de informatie toepasbaar is in uw situatie. Wij raden u dan ook aan contact op te nemen met een jurist voordat u handelt of beslist. Wet & Recht, de maker en aan deze website gelieerde personen sluiten elke aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie op deze site uit en kunnen niet aansprakelijk worden gesteld hiervoor. Zie ook onze uitgebreide disclaimer.