bedenktermijn ontslag

Bedenktermijn bij instemming werknemer met ontslag

Kennis Artikelen Arbeidsrecht

Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd en is wellicht niet meer (volledig) actueel.

In sommige gevallen wil een werknemer instemmen met zijn ontslag, bijvoorbeeld wanneer hij een flinke ontslagvergoeding krijgt, of wanneer anders bijvoorbeeld (straf)ontslag boven zijn hoofd hangt. Er zal dan een overeenkomst getekend worden (een beëindigingsovereenkomst), waardoor de werknemer via ontslag met wederzijds goedvinden uit dienst treedt.

Als een werknemer daarna spijt krijgt van zijn instemming, kan hij erop terugkomen binnen de bedenktermijn. Op die manier kan hij vaak alsnog in dienst blijven. In dit artikel wordt die bedenktermijn verder uitgelicht: we bekijken wat de bedenktermijn precies is, wanneer hij van toepassing is, hoe lang hij is én welke addertjes er onder het gras zitten.

Bedenktermijn

Een werknemer kan om verschillende redenen willen terugkomen op het instemmen met ontslag. Denk bijvoorbeeld aan de volgende situaties:

  • de werknemer vindt achteraf dat hij te snel heeft getekend en wil langer nadenken over het ontslag;
  • de werknemer heeft de gevolgen van het ontslag niet voorzien, bijvoorbeeld omdat hij niet heeft gedacht aan de inkomstendaling die een ww-uitkering met zich meebrengt;
  • de beëindigingsovereenkomst was niet in orde en de werknemer krijgt bijvoorbeeld geen ww-uitkering;
  • de werkgever heeft de werknemer onder druk gezet om de overeenkomst te tekenen.

Ook onder het ‘oude’ ontslagrecht (vóór 1 juli 2015) was het al op basis van eerdere rechtspraak mogelijk om terug te komen op ontslag. Sinds 1 juli 2015 staat deze mogelijkheid ook expliciet genoemd in de wet.

Het is van belang dat deze bedenktermijn dus enkel geldt in twee situaties:

  1. de werknemer stemt in met opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever;
  2. de werknemer sluit met de werkgever een beëindigingsovereenkomst.

Een geslaagd beroep op de bedenktermijn zorgt ervoor dat de beëindiging of opzegging van de arbeidsovereenkomst niet doorgaat. De werknemer blijft hierdoor gewoon in dienst.

Lengte bedenktermijn

De lengte van de bedenktermijn is twee weken. Van belang daarbij is wel, dat de werkgever:

  • in het geval van instemming met opzegging: binnen twee werkdagen de werknemer schriftelijk wijst op dit recht;
  • in het geval van een beëindigingsovereenkomst: dit in de beëindigingsovereenkomst opneemt.

Doet de werkgever dit niet, dan wordt de bedenktermijn verlengd tot drie weken.

Grenzen aan inroepen van bedenktermijn

In beginsel zitten er weinig grenzen aan het inroepen van de bedenktermijn. Zo mag de werknemer zonder opgaaf van redenen een beroep doen op de bedenktijd, dus hij kan dit om elke reden die hij wenst doen.

Een van de belangrijkste grenzen aan het inroepen van de bedenktermijn is dat het na het inroepen van de bedenktermijn én het daarna wederom beëindigen van de arbeidsovereenkomst op een van bovenstaande twee manieren, niet meer mogelijk is om nogmaals een beroep op de bedenktermijn te doen. Een dergelijk beroep kan pas weer na zes maanden plaatsvinden.

Addertjes onder het gras bij bedenktermijn

Ondanks dat de bedenktermijn, is het van belang om u te realiseren dat er wat addertjes onder het gras kunnen zitten in een specifieke situatie. Denk daarbij aan:

  • Het intrekken van een ontslag op staande voet nadat de werknemer een beëindigingsovereenkomst tekent. Wacht met het intrekken van een ontslag op staande voet tot na het einde van de bedenktermijn.
  • Het uitsluiten van de bedenktermijn in bijvoorbeeld de arbeidsovereenkomst of beëindigingsovereenkomst. Dit is niet toegestaan en ongeldig.
  • Het aflopen van de bedenktermijn wil niet altijd zeggen dat een beëindigingsovereenkomst niet meer aantastbaar is. In sommige gevallen zal bijvoorbeeld alsnog een beroep op bedrog of misbruik van omstandigheden mogelijk zijn, waardoor de overeenkomst alsnog van tafel is. Ook kan bij het niet nakomen van de overeenkomst in sommige gevallen ontbinding mogelijk zijn.

Twijfelt u over het sluiten van een beëindigingsovereenkomst of over een ander aspect van de bedenktermijn, dan is het altijd verstandig om een jurist te raadplegen.

Bedenktermijn – Conclusie

Met een beroep op de bedenktermijn kan een werknemer die uit dienst zal treden alsnog terugkomen op die beslissing. Hij hoeft daarvoor geen redenen op te geven en kan dus om elke reden besluiten om de bedenktermijn in te roepen.

Wanneer er sprake is van beëindigingsovereenkomsten, ontslag van een medewerker en/of vragen of conflicten rondom de bedenktermijn, dan is het raadzaam om een jurist in te schakelen. Over het algemeen geldt: hoe eerder in het proces een jurist betrokken wordt, hoe beter het eindresultaat.

Auteur

mr. B.G.N. (Bart) Gubbels

N.b. Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd. De informatie kan verouderd zijn.

DISCLAIMER: De informatie op deze website is enkel bestemd voor algemene informatiedoeleinden en dient niet gezien te worden als juridisch advies voor een specifieke situatie. Hoewel de verstrekte informatie met de grootst mogelijke zorgvuldigheid door ons is samengesteld kan het zo zijn dat de informatie niet compleet, niet actueel, niet juist en/of niet accuraat is op het moment van raadpleging. Het is dan ook, o.a. vanwege de gecompliceerde en veranderlijke aard van wet- en regelgeving, niet zeker dat de informatie toepasbaar is in uw situatie. Wij raden u dan ook aan contact op te nemen met een jurist voordat u handelt of beslist. Wet & Recht, de maker en aan deze website gelieerde personen sluiten elke aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie op deze site uit en kunnen niet aansprakelijk worden gesteld hiervoor. Zie ook onze uitgebreide disclaimer.