dna

Betrouwbaarheid DNA-bewijs

Kennis Artikelen Strafrecht

Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd en is wellicht niet meer (volledig) actueel.

CSI, NCIS en Criminal Minds: een greep uit de tv-series waarin regelmatig DNA-bewijs aan de orde komt. Er wordt een misdrijf gepleegd, er wordt een haar gevonden en aan het einde van het uur wordt de dader op basis van dat bewijs opgepakt. Mooi voor tv, maar hoe zit dat in het echt? Wat is DNA precies? Wanneer is DNA-bewijs betrouwbaar en wanneer niet? Wat zijn de praktische problemen voor de betrouwbaarheid van DNA-bewijs?

Wat is DNA?

Voordat er iets kan worden gezegd over de betrouwbaarheid van DNA-bewijs, is het belangrijk om eerst te kijken naar de basis: Wat is DNA eigenlijk? Hierna zal dit in het kort worden uitgelegd, voor zover dit nodig is voor het begrijpen van dit artikel.

DNA is een afkorting van de Engelse benaming voor Desoxyribonucleïnezuur. DNA bestaat uit een aantal verschillende onderdelen en is altijd samengesteld uit twee ‘strengen’ die worden samengehouden door adenine, thymine, guanine en cytosine (afgekort met A, T, G en C).

Deze A, T, G en C komen een aantal keren na elkaar voor. Daardoor zijn er zeer veel verschillende mogelijkheden en is de kans dat twee willekeurige reeksen hetzelfde zijn erg klein. Zijn ze hetzelfde, dan wordt vaak geconcludeerd dat ze ‘dus’ van hetzelfde organisme afkomstig zijn. Dat is de basis van de betrouwbaarheid van DNA-bewijs.

DNA-bewijs en de zekerheid van 1 op 10 miljoen?

DNA-bewijs wordt vaak als sluitend bewijs gezien. Toch is het dat niet, ondanks de enorm lage kans dat een ‘DNA-match’ toeval is. Zie hiervoor ook het volgende voorbeeld.

Max is verdachte van moord. Hij kende het slachtoffer vaag en heeft in de politieverhoren alle betrokkenheid ontkend. Hij heeft geen alibi. Na DNA-onderzoek blijkt dat de menselijke haar die is gevonden op de plaats delict met grote waarschijnlijkheid van hem is. De officier van justitie geeft aan dat de kans op een fout 1 op 10 miljoen is: de kans dat de haar van hem is, is dus 99,99999%. We kunnen er dus vanuit gaan dat deze verdachte het heeft gedaan. DNA-bewijs liegt niet. Toch?

DNA-bewijs op zichzelf liegt inderdaad niet. In dit geval lijkt het alsof Max met grote zekerheid de dader is. Toch is dat niet zo: er wordt hier enkel gekeken naar de kans dat de haar niet van Max is. Er wordt niet meegenomen hoe die haar daar is gekomen. Het is goed mogelijk dat het slachtoffer enige uren voor de moord in dezelfde taxi heeft gezeten als de taxi waar Max drie dagen eerder in zat. De gevonden haar is dan wel van Max, maar dat zegt niets over het daderschap. Zo zijn er nog duizend-en-een andere scenario’s te bedenken. De 1 op 10 miljoen statistiek geeft dan ook een enorm vertekend beeld. Daarnaast is dit slechts één van de zaken waar rekening mee moet worden gehouden bij de interpretatie van de betrouwbaarheid van DNA-bewijs.

DNA-bewijs in de realiteit

Het bovenstaande probleem met een vervuilde plaats delict is niet de enige hobbel die moet worden genomen voordat er iets kan worden gezegd over de betrouwbaarheid van DNA-bewijs.

Ook wanneer er sprake is van halve sporen of mengprofielen (niet volledig of gemixt DNA-bewijs) is er geen sprake van de enorme betrouwbaarheid van DNA-bewijs. Het mag dan wel zorgvuldig zijn verzameld, maar met gedeeltelijke sporen is de betrouwbaarheid niet 1 op 10 miljoen, maar 1 op 10.000 of nog lager.

Zodra er een spoor is gevonden dat van de dader afkomstig zou moeten zijn, moet er onderzoek worden gedaan. Dat houdt niet in dat het DNA-monster in de computer wordt ingevoerd en die alles uitrekent. Het onderzoek wordt uiteraard wetenschappelijk aangepakt, maar is en blijft mensenwerk. Het is erg arbeidsintensief en er moeten keuzes worden gemaakt, bijvoorbeeld voor het onderdrukken van onbruikbare gegevens in het DNA-monster. Het probleem daarbij is dat mensen niet altijd de meest optimale keuzes maken én dat mensen regelmatig fouten maken, beiden ten koste van de betrouwbaarheid van het DNA-bewijs.

Ten slotte blijkt uit recent Israëlisch onderzoek dat het mogelijk is om DNA-bewijs te fabriceren. Dit blijkt niet enorm lastig te zijn en de gemiddelde bioloog zou dit kunnen. Als dit onderzoek betrouwbaar blijkt (en daar lijkt het op), houdt dat in dat goed verzameld, volledig DNA-bewijs dat correct getoetst wordt alsnog naar een verkeerde dader kan wijzen op het moment dat iemand ‘erin wordt geluisd’.

Interpretatie onderzoek DNA-bewijs door de rechter

Wanneer er dan een rapport komt over de betrouwbaarheid van het DNA-bewijs, is dat vaak technisch en wetenschappelijk van aard. De strafrechter die dit moet beoordelen is dan wel een rechtsgeleerde, maar is geen bioloog of scheikundige. Veel rechters hebben daarom grote moeite met het beoordelen van het resultaat uit het onderzoek.

Ondanks dat ook rechters doorlopend op de hoogte proberen te blijven van de recente ontwikkelingen, blijkt DNA ook een doorlopend struikelblok. Er kunnen steeds meer DNA-sporen worden geanalyseerd, maar waar de rechter graag een ‘Ja’ of een ‘Nee’ heeft, geeft de forensisch specialist een ‘Ja, mits’ of een ‘Nee, tenzij’ met een foutmarge. Uiteindelijk moet de rechter dat interpreteren en is het mogelijk dat hij op basis daarvan, in samenhang met ander bewijs tot een veroordeling komt.

Waarschijnlijk is dit een probleem dat zal blijven bestaan, in welke vorm dan ook. Het is een probleem dat bij regelmatig voorkomt als twee professionals uit twee totaal verschillende sectoren met elkaar moeten werken, of dat nu een bouwvakker en een tandarts zijn, of een rechter en een forensisch specialist.

Betrouwbaarheid DNA-bewijs – Conclusie

De betrouwbaarheid van DNA-bewijs en van een veroordeling mede op basis daarvan wordt overschat. Waar velen enkel kijken naar de statistieken ‘de kans dat dit niet de dader is, is één op tien miljoen!’, moet ook worden gekeken naar de randvoorwaarden. Daarbij blijkt dat er moet worden gewerkt met goede en volledige DNA-sporen, met de perfecte onderzoekers die nooit fouten maken, met niet gefabriceerde DNA-sporen én ten slotte met een rechter die volledig is ingelezen in DNA-onderzoek en die de rapporten van de forensisch onderzoekers leest alsof het zijn eigen discipline is.

Kortom: een veroordeling mede op basis van DNA-bewijs is mogelijk, maar er moet wel goed in beeld worden gehouden dat er veel zaken zijn die invloed kunnen uitoefenen op de betrouwbaarheid van dat DNA-bewijs. Het is niet vanzelfsprekend dat dit enorm betrouwbaar is.

Wanneer iemand veroordeeld dreigt te worden op basis van DNA-bewijs is het verstandig om een juridisch specialist in te schakelen. Dat is belangrijk om het DNA-bewijs te kunnen weerleggen én om eventuele andere bewijzen tegen te spreken.

N.b. Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd. De informatie kan verouderd zijn.

DISCLAIMER: De informatie op deze website is enkel bestemd voor algemene informatiedoeleinden en dient niet gezien te worden als juridisch advies voor een specifieke situatie. Hoewel de verstrekte informatie met de grootst mogelijke zorgvuldigheid door ons is samengesteld kan het zo zijn dat de informatie niet compleet, niet actueel, niet juist en/of niet accuraat is op het moment van raadpleging. Het is dan ook, o.a. vanwege de gecompliceerde en veranderlijke aard van wet- en regelgeving, niet zeker dat de informatie toepasbaar is in uw situatie. Wij raden u dan ook aan contact op te nemen met een jurist voordat u handelt of beslist. Wet & Recht, de maker en aan deze website gelieerde personen sluiten elke aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie op deze site uit en kunnen niet aansprakelijk worden gesteld hiervoor. Zie ook onze uitgebreide disclaimer.