Sommige overeenkomsten worden getekend door een bv i.o., de bv in oprichting. Bij het handelen voor een bv in oprichting zijn er een aantal afwijkende regels van toepassing.
In dit artikel bekijken we de bv i.o. daarom nader. We bekijken wanneer er sprake is van een bv in oprichting, welke regels dan gelden, hoe het zit met aansprakelijkheid en tot waar de aansprakelijkheid voor een bv in oprichting reikt.
De bv in oprichting
De bv ontstaat pas op het moment dat hij daadwerkelijk wordt opgericht. Dat wil zeggen: het moment dat de notariële akte wordt verleden. Toch zijn er vaak al voor dat moment handelingen die verricht moeten worden. Denk daarbij voornamelijk aan overeenkomsten die de oprichters van de bv (of anderen) al voor de bv willen sluiten, waarbij duidelijk moet zijn dat de bv de contractspartij zal worden (en niet zijzelf in privé).
Dergelijke handelingen worden gedaan door de bv in oprichting, ook wel de bv i.o. genoemd. De regelgeving rondom de bv in oprichting wijkt echter wel af van de normale regels rondom handelingen die in naam van een bv worden gedaan.
Het onderscheid tussen een bv in oprichting (bv i.o.) en een reeds opgerichte bv is van belang wanneer er wordt gehandeld voor de bv i.o. Het betreft hier enkel rechtshandelingen (handelingen die op een rechtsgevolg zijn gericht, zoals het sluiten van een overeenkomst). Op handelingen die als onrechtmatige daad worden gekwalificeerd zijn andere regels van toepassing.
Handelen voor een bv in oprichting
Handelen voor een bv in oprichting is mogelijk door te stellen dat u handelt voor de bv i.o.. U kunt de bv in oprichting op die manier bijvoorbeeld als contractpartij in een overeenkomst opnemen.
Toch valt niet elke overeenkomst of handeling die op die manier voor de bv in oprichting is gesloten of gedaan onder de regelgeving rondom de bv in oprichting. Zo zijn handelingen waaruit blijkt dat ze eigenlijk zijn gedaan in privé of voor een andere onderneming (vaak een eenmanszaak of vof die uiteindelijk zal worden omgezet naar een bv) niet onder de hierna te beschrijven regels te scharen. Dat heeft ook gevolg voor de mogelijkheden tot bekrachtiging en voor de aansprakelijkheid.
Aansprakelijkheid bij handelen voor een bv in oprichting
Zolang de bv niet is opgericht, bent u hoofdelijk aansprakelijk voor de handelingen die worden gedaan. U staat dus (in beginsel) met uw privévermogen garant. Dit is dus een duidelijk verschil met de reeds opgerichte bv, waar de vermogens van degenen die namens de bv handelen in privé en het vermogen van de bv zelf gescheiden zijn.
Van belang is dat eenieder die een rechtshandeling verricht namens een bv in oprichting daarvoor hoofdelijk verbonden is. In eerste instantie zal worden gedacht aan bijvoorbeeld de toekomstige oprichters en/of bestuurders van de bv, echter, van belang is dat ook anderen hoofdelijk aansprakelijk kunnen worden gehouden. U zult niet de eerste onvoorzichtige jurist of accountant zijn die hier de mist mee ingaat. Let daar dus goed op.
Van belang is wel, dat het mogelijk is om die hoofdelijke aansprakelijkheid expliciet uit te sluiten met de wederpartij van de bv in oprichting. Het is uiteraard verstandig om dat op papier te zetten omdat u de uitsluiting anders achteraf niet meer kunt bewijzen.
Bekrachtiging door de bv
Als op een gegeven moment de bv in oprichting daadwerkelijk wordt opgericht, zal de bv de verplichtingen die reeds zijn aangegaan moeten bekrachtigen. Dat kan zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend gebeuren.
Pas nadat de behandelingen zijn bekrachtigd, kan de bv aansprakelijk worden gehouden voor deze (rechts)handelingen. Na bekrachtiging geldt ook dat de hoofdelijke aansprakelijkheid komt te vervallen (maar daar komt een andere aansprakelijkheid voor terug, zie de paragraaf hierna).
Er zijn enkele uitzonderingen, waarbij het voor de oprichters van de bv wél mogelijk is de bv in oprichting te verbinden en waarbij bekrachtiging niet noodzakelijk is:
- Uitgifte van aandelen;
- Aanvaarden van stortingen op aandelen;
- Aanstellen van bestuurders;
- Benoemen van commissarissen;
- Het doen van bezwarende rechtshandelingen;
- Betalen van oprichtingskosten.
Wanprestatie bekrachtigde verplichtingen van bv in oprichting
Nadat de bv daadwerkelijk is opgericht en de handelingen die voor de bv in oprichting zijn gedaan zijn bekrachtigd, zullen de verplichtingen die daaruit volgen ook moeten worden nagekomen. Indien deze verplichtingen niet worden nagekomen, kan de bv daar uiteraard op worden aangesproken.
Echter, niet alleen de bv is aansprakelijk. Ook degenen die hebben gehandeld voor de bv in oprichting kunnen alsnog aansprakelijk zijn, ondanks de bekrachtiging. Dit is het geval wanneer zij wisten of hadden moeten weten dat de bv haar verplichtingen niet zou kunnen nakomen. Komt de bv binnen een jaar na oprichting in het faillissement terecht, dan draait de bewijslast om: degene die heeft gehandeld voor de bv in oprichting zal dan moeten bewijzen dat hij niet wist of kon weten dat de bv haar verplichtingen niet zou kunnen nakomen.
Naast deze aansprakelijkheid van degenen die hebben gehandeld, kunnen degenen die de handelingen van de bv in oprichting hebben bekrachtigd (het bestuur/bestuurders) worden aangesproken op de ‘normale’ manier van de bestuurdersaansprakelijkheid.
Het betreft hier complexe regelgeving en er is in dit geval geen standaard werkwijze. Het is verstandig om bij vragen en conflicten een jurist te raadplegen over de beste aanpak van een specifieke situatie.
De bv in oprichting – Conclusie
Voor de bv in oprichting kunnen al handelingen verricht worden, maar dergelijke handelingen dragen de prijs van privéaansprakelijkheid met zich mee, zelfs na bekrachtiging door de bv. Het is dan ook verstandig om voldoende voorzichtigheid in acht te nemen bij het handelen voor een bv i.o.
De regels rondom de bv in oprichting en de aansprakelijkheid van oprichters, bestuurders en vertegenwoordigers van een bv (in oprichting) zijn complex. Bij (dreigende) conflicten is het een goed idee om juridische hulp in te schakelen.