Wanneer iemand van het leven wordt beroofd, kan de dader hiervoor strafrechtelijk vervolgd worden. Dit artikel gaat over doodslag: een strafrechtelijk delict waarbij iemand van het leven wordt beroofd. Daarnaast wordt het verschil tussen doodslag, moord en dood door schuld besproken en wordt gekeken naar de hoogte van de straf in verschillende vormen van doodslag.
Doodslag
Volgens de wet is doodslag het opzettelijk een ander van het leven beroven. In tegenstelling tot veel andere delictsomschrijvingen, is deze simpel: een ander moet van het leven beroofd worden én dat moet opzettelijk gedaan worden. In het geval van doodslag zal dit (vrijwel) altijd in een opwelling zijn gebeurd.
In principe houdt ‘opzet’ in dat iemand het doel moet hebben gehad om een ander van het leven te beroven. Dit is echter niet geheel correct: ook lichtere vormen van opzet zijn voldoende om van doodslag te spreken. De grens ligt bij ‘voorwaardelijk opzet’. Dit houdt in dat er reeds van doodslag gesproken kan worden op het moment dat de dader een ander doel had, zich wel realiseerde dat het slachtoffer om het leven zou kunnen komen, maar dit risico heeft genomen omdat het hem niets uitmaakte of het slachtoffer het zou overleven of niet.
Verschil doodslag – dood door schuld – moord – dood door mishandeling
Er bestaan een aantal delicten in het strafrecht waarbij iemand van het leven wordt beroofd. Naast doodslag bestaat ook moord, dood door schuld en mishandeling met de dood tot gevolg.
Zoals hierboven al werd geschreven is bij doodslag de opzet gericht op het doden van het slachtoffer, maar is er géén sprake van voorbedachte rade.
Bij moord is de opzet ook gericht op het doden van het slachtoffer, maar is er wél sprake van voorbedachte rade.
Wanneer er sprake is van dood door schuld is er géén opzet die gericht is op het doden van het slachtoffer, maar is de dader het wel schuld dat het slachtoffer is overleden.
Bij mishandeling met de dood tot gevolg is er géén opzet die gericht is op het doden van het slachtoffer, maar wél opzet op het mishandelen van het slachtoffer. Door deze mishandeling is het slachtoffer overleden.
De hoogte van de straf voor doodslag
Zoals bij een zwaar delict te verwachten is, is de maximumstraf voor doodslag hoog. De rechter kan namelijk een straf tot 15 jaar of een geldboete van de vijfde categorie (78.000 euro) opleggen. Meestal zal de dader er niet enkel met een geldboete vanaf komen: hij kan rekenen op een gevangenisstraf.
Naast deze straffen is het mogelijk dat er een ontzetting van bepaalde rechten plaatsvindt. Dit houdt in dat de rechter kan beslissen dat de dader bepaalde ambten niet meer mag bekleden, niet meer mag dienen in het leger, geen raadsman of gerechtelijk bewindvoerder meer mag zijn en/of zijn beroep niet meer mag uitoefenen (wanneer hij de doodslag in de uitoefening van zijn beroep had gepleegd).
Uiteraard kan hier niet worden gezegd welke straf een rechter daadwerkelijk zal opleggen: dit hangt voornamelijk van de omstandigheden van het geval af.
Strafverzwarende omstandigheden bij doodslag
Doodslag is als delict op zichzelf strafbaar met maximaal 15 jaar gevangenisstraf, maar de wetgever heeft ook nog een aantal speciale vormen van doodslag beschreven. Daar horen ook afwijkende maximumstraffen bij:
‘Normale’ doodslag: 15 jaar;
Doodslag in combinatie met een ander strafbaar feit (denk bijvoorbeeld aan diefstal): 30 jaar;
Doodslag gepleegd met terroristisch oogmerk: 30 jaar;
Doodslag pasgeboren kind door moeder (‘kinderdoodslag’): 6 jaar;
Doodslag in het kader van euthanasie (euthanasie buiten officiële procedure): 12 jaar.
Poging tot doodslag
Niet enkel het voltooide delict doodslag, waarbij het slachtoffer om het leven is gekomen, is strafbaar. Ook poging tot doodslag is strafbaar. Dit is de poging tot het opzettelijk iemand van het leven beroven. Poging tot doodslag is strafbaar met 2/3 van de maximale straf die op het voltooide delict staat. Voor poging tot ‘normale’ doodslag kan dus maximaal 10 jaar gevangenisstraf worden opgelegd, voor poging tot doodslag met terroristisch oogmerk 20 jaar, enzovoort.
Er is enkel sprake van poging tot doodslag wanneer er een begin van uitvoering is. Heeft de verdachte enkel het voornemen gehad, maar is hij nog niet begonnen aan de uitvoering, dan is hij niet strafbaar voor poging tot doodslag. Ook is strafbaarheid uitgesloten wanneer de verdachte wel al was begonnen met de uitvoering, maar uit zichzelf (dus niet door externe omstandigheden) heeft besloten het delict niet te begaan.
Voor meer algemene informatie kan verder worden gelezen in het artikel over poging tot.
Recidive: meerdere malen doodslag plegen
Wanneer er meerdere malen doodslag wordt gepleegd door dezelfde dader, heeft dat vanzelfsprekend invloed op de strafmaat. Dit is denkbaar in twee verschillende scenario’s:
Allereerst zal iemand die voor de rechter staat voor het meerdere malen plegen van doodslag waarschijnlijk een hogere straf krijgen wanneer hij schuldig wordt bevonden dan wanneer hij ‘slechts’ één keer doodslag had gepleegd. Ook zal de maximumstraf met 1/3 verhoogd zijn wanneer de delicten afzonderlijk van elkaar zijn gepleegd, in plaats van in één voortgezette handeling.
Daarnaast kan het zo zijn dat iemand reeds is veroordeeld voor doodslag en daarna wederom voor de rechter staat voor doodslag. Gebeurt dat binnen vijf jaar, dan is de maximumstraf met 1/3 verhoogd. Wanneer hij schuldig wordt bevonden zal de straf uiteraard hoger zijn: de rechter zal immers rekening houden met het feit dat hij niets heeft geleerd van zijn eerste veroordeling. Daarnaast zal een eventueel nog uitstaande voorwaardelijke straf worden omgezet in een onvoorwaardelijke straf.
Doodslag – Conclusie
Iemand die een ander opzettelijk van het leven berooft kan worden veroordeeld voor doodslag. Doodslag is een zwaar delict: de straf is in beginsel maximaal 15 jaar gevangenisstraf, maar die maximumstraf loopt snel op wanneer er sprake is van strafverzwarende omstandigheden.
Wanneer iemand wordt verdacht van doodslag, of dat terecht is of niet, is het verstandig om zo snel als mogelijk juridische bijstand te zoeken.